Met de commandline tool kunnen een aantal beheer taken worden uitgevoerd. Hieronder vallen bijvoorbeeld het opvragen van informatie over de databases, het laden en verwijderen van bestanden (laadprocessen), het transformeren en het dumpen van GDS2 berichten.
De basis commandoregel is: java -jar ./bin/brmo-commandline.jar
deze geeft output met de gebruiksinfo als onderstaand:
usage: java -jar brmo-commandline.jar --<actie> --dbprops <db-props>
Acties:
-v,--versieinfo <[format]> Versie informatie van de verschillende
schema's
-l,--list <[format]> Geef overzicht van laadprocessen in
staging database
-s,--berichtstatus <[format]> Geef aantallen van bericht status in
staging database
-j,--jobstatus <[format]> Geef aantal berichten in job tabel van
staging database
-a,--load <bestandsnaam> <type-br> <[archief-directory]> Laad totaalstand of mutatie uit bestand
(.zip of .xml) in database
-ad,--loaddir <directory> <type-br> <[archief-directory]> Laad stand of mutatie berichten (.zip
of .xml) uit directory in database
-d,--delete <id> Verwijder laadprocessen in database
(geef id weer met -list)
-t,--torsgb <[error-state]> Transformeer alle 'STAGING_OK'
berichten naar rsgb.
-e,--exportgds <output-directory> Maak van berichten uit staging gezipte
xml-files in de opgegeven directory.
Dit zijn alleen BRK mutaties van GDS2
processen.
-al,--afgiftelijst <afgiftelijst> <uitvoerbestand> Controleer of de berichten in de
opgegeven afgiftelijst in de staging
staan.
Configuratie:
-db,--dbprops <bestand> database properties file
De [format]
optie is optioneel en kan de waarde "json" hebben, de default is tekst output.
De [archief-directory]
optie is optioneel en kan gebruikt worden om bestanden na laden in een archief directory te plaatsen.
De [error-state]
is optioneel, default is "ignore".
De [loadingUpdate]
optie is optioneel met een default waarde van "false".
De --afgiftelijst
is beschikbaar vanaf versie 2.0.0
De transformatie naar rsgb wordt normaal met de "ignore" error-state
optie gestart om te voorkomen dat het proces afbreekt als er een transformatie fout optreed bij de verwerking van een bericht, om dit te voorkomen kan er een andere waarde worden opgegeven, bijvoorbeeld "false".
Na afloop van een transformatie kan de status van de berichten worden gecontroleerd met de --berichtstatus
optie.
Onderstaand een aantal voorbeelden.
-
java -jar ./bin/brmo-commandline.jar --dbprops ./conf/commandline-example.properties --versieinfo
output:
staging versie: 3.0.2 rsgb versie: 3.0.2
-
java -jar ./bin/brmo-commandline.jar -db conf/commandline-example.properties --load ./MUT01.xml brk
-
java -jar ./bin/brmo-commandline.jar --dbprops conf/commandline-example.properties --list json
output:
{"aantalprocessen":0}
of:{"aantalprocessen":1,"processen":[{"id":86,"bestand_naam":"./MUT01.xml","bestand_datum":"2016-04-08","soort":"brk","status":"STAGING_OK","contact":"null"}]}
-
java -jar ./bin/brmo-commandline.jar --dbprops conf/brmo-db.properties --torsgb
-
java -jar ./bin/brmo-commandline.jar --dbprops ./conf/brmo-db.properties -s
output:
status, aantal STAGING_OK,0 STAGING_NOK,0 RSGB_OK,0 RSGB_NOK,1 RSGB_OUTDATED,0 ARCHIVE,0
-
java -jar bin/brmo-commandline.jar --dbprops brmo-db.properties -j
output:
aantal 0
-
java -jar bin/brmo-commandline.jar -db conf/brmo-commandline.properties -ad /tmp/brk brk
De tool gebruikt Log4J logging voor de logging configuratie (NB. programma output van bijvoorbeeld het list
commando is geen log output).
De logging kan worden aangepast worden door de log4j.xml te bewerken welke in de brmo-commandline.jar
te vinden is. De default gebruikt info
level logging naar het bestand brmo-commandline.log
.
Vervolgens kan de ingebouwde log file overruled worden door op de commandoregel de optie naar de logging configuratie te geven als JVM optie, bijvoorbeeld: java -Dlog4j.configuration=file:./mijnlog4j.xml ./brmo-commandline.jar -db commandline-example.properties --list json
Meer informatie over de mogelijkheden van Log4J is te vinden in de manual en de FAQ.