De standaard Logboek dataverwerkingen levert geen kant-en-klare softwareoplossing. Wel biedt de standaard richtlijnen waar het Logboek dataverwerkingen van een applicatie aan moet voldoen. Dit document geeft aan hoe de standaard zich verhoudt tot de Architectuur Digitale Overheid 2030 en de Domeinarchitectuur Gegevensuitwisseling
- Diensten en producten
- De standaard Logboek dataverwerkingen is als product voornamelijk gericht op het verantwoorden van gegevensverwerkingen door overheden in het kader van hun taken (Regie op Gegevens en de Transparante Overheid). Dit betekent dat het gebruik van deze standaard door overheidsorganisaties de informatiepositie van burgers en bedrijven ten opzichte van de overheid sterk verbetert zodat zij meer grip op en inzicht in hun persoonsgebonden gegevens hebben (inzicht in gegevens over jezelf). Daarnaast draagt deze standaard aan bij Verantwoord datagebruik en ruimer meervoudig gebruik gegevens. Implementatie van deze standaard draagt bij aan de verantwoording over, en het doelmatig gebruik van data.
- Kanalen
- Het Logboek dataverwerkingen is een service behorend bij een applicatie die specifieke data verwerkt waarover uiteindelijk verantwoording moet kunnen worden afgelegd (bijvoorbeeld persoonsgegevens of data over geografische objecten). De standaard geeft geen richtlijnen ten aanzien de ontsluiting van deze logdata richting belanghebbenden, wel geeft het een richting ten aanzien van de inrichting en het gedrag van het Logboek dataverwerkingen.
- Organisatie
- De Overheid bestaat uit vele (semi)autonome organisaties. Door gezamenlijke afspraken te maken ten aanzien van logging van verwerkte data, ondersteunt de standaard het doel om naar de burger toe als één organisatie te kunnen verantwoorden.
- Processen
- Voor het verwerken van data zijn vaak ook data nodig van andere (overheids)organisaties. De implementatie van de standaard Logboek dataverwerkingen zorgt er voor dat loggings tracing-metadata bevat zodat altijd kan worden nagegaan wat de bron van specifieke data was. De standaard ondersteunt hiermee het uitgangspunt dat (overheids)organisaties zorgen voor onderlinge samenhang van data.
- Bedrijfsfuncties
- Overheidsfuncties moeten eenduidig een helder belegd zijn, het moet helder zijn welke (overheids)organisaties verantwoordelijk zijn voor het leveren van product of dienst. Door het gebruiken van de standaard Logboek datalogverwerkingen door alle dataverwerkende (overheids)organisaties op een soortgelijke manier wordt het duidelijk welke data gebruikt zijn en door wie.
- Api’s / Services
- Naast richtlijnen voor de inrichting en het gedrag van het Logboek dataverwerkingen, biedt deze standaard ook een aantal voorbeeld API’s:
- Inzicht API: deze service geeft de mogelijkheid een query uit te voeren op loggings van dataverwerkingen (nog niet beschikbaar).
- Register van de Verwerkingsactiviteiten: deze service geeft de mogelijkheid de gegevens van een Register van Verwerkingsactiviteiten te bekijken (nog niet beschikbaar).
De API’s zijn ontworpen en ontwikkeld volgens de standaard Rest-API Design Rules.
-
Applicaties
- De standaard biedt geen applicatie aan, wel biedt het richtlijnen ten aanzien van het gedrag en invulling van het Logboek dataverwerkingen. Hiermee geeft de standaard de vrijheid aan organisaties om zelf op basis van de specifieke implementatie van een dataverwerkende Applicatie een Logboek te ontwikkelen wat qua gedrag en (meta)data gelijkvormig is over alle (overheids)organisaties heen.
-
Berichtenverkeer / gegevensuitwisseling
- Het berichten verkeer met betrekking tot het Logboek dataverwerkingen heeft geen directe connectie met de burger. Wel is het van belang bij opvraag van gegevens bij andere organisaties traceringsdata worden verstuurd en opgeslagen in het Logboek zodat altijd duidelijk wat de bron is van data die verwerkt zijn. Deze standaard biedt een traceringsmethodiek aan zodat de gegevensuitwisseling tussen organisaties vastgelegd en verantwoord kan worden.
-
Data / gegevens
- De Nederlandse Basisregistraties vervullen een essentiële rol in het vastleggen en gecontroleerd beheren van data. Organisaties kunnen aan elkaar data ter beschikking te stellen vanuit ‘kernregistraties’. De standaard Logboek dataverwerkingen biedt een richtlijn voor het loggen van verwerkte data van al deze basisregistraties.
Onderstaande stelselplaat geeft een globaal overzicht van de bronhouders, de aanbieders en afnemers van data.
[bron: Architectuur Digitale Overheid 2030]
Een belangrijk kader voor de standaard Logboek dataverwerkingen is de uitwerking van het GDI meerjarenvisie op basis van de Architectuur Digitale Overheid 2030 met als specifiek onderwerp Gegevensuitwisseling. De standaard Logboek dataverwerking kan gepositioneerd worden in de GDI Gegevensuitwisseling als standaard waarin een 'Uitwisselingsafspraak' geformaliseerd wordt. Waarbij de daadwerkelijke logging betrekking heeft op de 'Operatie' in de modelplaat ‘GDI-Gegevensuitwisseling’.
[Bron: GDI – Gegevensuitwisseling]
Onderstaand figuur geeft een overzicht van de architectuurprincipes uit het GDI meerjarenvisie en hun relatie met de belangrijkste functie voor data en gegevensuitwisseling.
[Bron: MIDO/GDI Domeinarchitectuur Gegevensuitwisseling]
De relatie en invulling van de standaard Logboek dataverwerkingen staat uitgewerkt in de volgenda paragraaf.
De standaard Logboek dataverwerkingen kan ook worden toegepast in een middleware- of cloud-omgeving. Het netwerkcomponent logt binnenkomende en uitgaande berichten.
Ook voor mobiele Apps en IoT (Internet of Things) geldt dat het netwerkcomponent de gegevensberichten logt.
Hoofdstuk 2.2 Componenten geeft een globaal overzicht van de benodigde softwarecomponenten om de standaard te implementeren.
De standaard Logboek dataverwerkingen gaat er vanuit dat de het Logboekcomponent op een beveiligd platform in een beveiligd datacenter is geïnstalleerd.
- Informatiebeveiliging
- De standaard Logboek dataverwerkingen gaat er vanuit dat zowel het Logboekcomponent als de gegevens in het Logboek beveiligd zijn volgens de BIO (=Baseline Informatiebeveiliging Overheid) – zie ook zie Beleidskader 8.9.
- Beheer en exploitatie
- Logius verzorgt het beheer en onderhoud van deze standaard volgens het BOMOS-model.
Architectuurprincipe | Relatie met de standaard |
---|---|
1.1. Gegevens die kunnen worden gedeeld zijn vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar | - Logregels zijn voorzien van metagegevens ten aanzien van tracering zodat gerelateerde Logeregels altijd gevonden kunnen worden. - Identificatoren worden aangemaakt zodat deze over de gehele wereld uniek zijn. - Het processingActivityId is gerelateerd aan het Register van Verwerkingsactiviteiten zodat per Logregel altijd verwezen kan worden naar een activiteit van een (overheids)organisatie en daarmee de context direct duidelijk wordt. |
1.2. Gegevensuitwisseling is gebaseerd op open standaarden | - API’s gerelateerd aan deze standaard moeten worden ontworpen en gebouwd volgens de standaarden REST-API Design Rules, OpenAPI en DigiKoppeling. - Het metadatamodel van deze standaard is gebaseerd op OpenTelemetry. Dit is een internationale standaard voor het genereren, verzamelen en exporteren van telemetrie gegevens (metrieken, logging en tracering). |
1.3 De kwaliteit van gegevens is afgestemd op het gebruik | - Door de registratie van verwerkte data in een Logboek kan er op een later moment inzicht gegeven worden aan andere (overheids)organisaties en burgers. Eventuele foutieve data komen dan direct aan het licht en kunnen hersteld worden. |
1.4. Gegevensdiensten zijn afgestemd op de behoeften van afnemers | - Gegevens die gelogd worden bij een gegevensverwerking zijn afgestemd op het doel waarvoor er gelogd moet worden (bijvoorbeeld de gegevens die gevraagd worden op basis van de AVG-wetgeving). Er wordt niet minder opgeslagen, meer zeker niet meer dan nodig is. - Het ontwerp van het gegevensmodel van deze standaard is gebaseerd op OpenTelemetry, vertaling van gegevens is dus niet nodig. |
1.5. De bron van de gegevens is leidend | - Overheidsapplicaties moeten rekening houden met de onderhoud van data bij de bron. Dit betekent dat gegevens niet zonder meer gekopieerd opgeslagen mogen worden. Bij sommige dataverwerkingen zijn data nodig van andere databronnen (in de eigen organisatie of bij een andere organisatie). De standaard Logboek Dataverwerkingen schrijft een traceringsmechanisme voor zodat kopiëren van specifieke data naar het Logboek niet nodig is, er kan altijd nagegaan worden waar data vandaan kwamen en welke data er gebruikt werden. - De standaard verwijst zo veel mogelijk naar bestaande databronnen elders in plaats van de data te dupliceren (zie besluit 4.2 en 4.4) |
1.6. Burgers en organisaties hebben regie over hun eigen gegevens | - Burgers, (overheids)organisaties en parlement hebben recht om inzicht te krijgen in verwerkte data. Door toepassing van deze standaard kan er een rapportage gemaakt worden die voldoet aan die informatiebehoefte. - De standaard Logboek dataverwerkingen biedt geen handreiking ten aanzien van de manier waarop gegevensinzicht plaats moet vinden richting belanghebbende, wel op de in de inhoud van het gegevensinzicht. |
1.7. Persoonsgegevens zijn beschermd bij het uitwisselen van gegevens | - Deze standaard gaat er vanuit dat autorisatie- en beveiligingsmechanismen worden toegepast rondom Applicatie en Logboek, daarom zijn er geen extra richtlijnen op dit vlak. Zie ook Beleidskader 8.9. |
1.8. Uitwisseling van gegevens wordt gelogd als deze later aantoonbaar moet zijn | - Logging van verwerkte data is de kern van deze standaard. Door gebruikt te maken van een traceringsmechanisme en unieke identificatoren, kan er altijd worden voldaan aan de eis dat ontvangen en verzonden data aan elkaar gerelateerd kunnen worden. |
2.1. Gegevensuitwisseling is federatief georganiseerd | - Logboek Dataverwerkingen maakt het mogelijk om in een gefedereerde omgeving en in informatieketens verantwoording te kunnen afleggen over gegevensuitwisseling. Hiervoor wordt tracing ingezet, een concept dat gebaseerd op de open standaard OpenTelemetry. Zie voor enkele juridische en beleidsmatige uitgangspunten het Juridisch Beleidskader hoofdstuk 6 en hoofdstuk 8. - Nadere invulling t.a.v. gegevensuitwisseling in het kader van inzage zal volgen als de extensie voor inzage wordt gemaakt. |
2.2. Voorwaarden en afspraken zijn expliciet en inzichtelijk | - Afspraken in het kader van deze standaard zullen vooral gemaakt worden op het gebied van tracering van data binnen organisaties en over organisaties heen. |
3.1. Gemeenschappelijke begripsvorming is het startpunt | - De data die gebruikt worden in deze standaard, staan vermeld en uitgelegd in het Canoniek Gegevensmodel. Het is van belang dat alle (overheids)organisatie die gebruik maken van de standaard hetzelfde beeld hebben ten aanzien specifieke data en uitwisseling daarvan om foutsituaties en verwarring te voorkomen. |
3.2. Metagegevens zijn begrijpelijk voor mensen | - De metagegevens zijn veelal ontstaan op basis van de internationale standaard OpenTelemetry. Daarnaast worden de begrippen ook uitgelegd in het Canoniek Gegevensmodel. |
3.3. Gegevens worden contextrijk vastgelegd | - Het gebruik van metadata in deze standaard is essentieel. De context wordt uitgelegd in het Canoniek Gegevensmodel. Daarnaast zijn er verdiepingsdocumenten aanwezig zoals het traceringsmechanisme [nog toe te voegen] en concrete voorbeelden van loggingssituaties. |
3.4. Metagegevens zijn aan elkaar verbonden | - Metagegevens tussen de verschillende Logboeken zijn aan elkaar gerelateerd middels de beschrijvingen en afspraken zoals gespecifieerd in de standaard . |
3.5. Metagegevens zijn beschikbaar als Linked Data | - De gedefinieerde metadata is gerelateerd aan de standaard NL-SBB – standaard voor het beschrijven van begrippen. |
4.1. Gegevens worden geleverd vanuit herbruikbare gegevensdiensten | - Nadere invulling volgt bij het ontwerp van de Inzage extensie. |
4.2. Registraties bieden historische gegevens aan | - Data in het Logboek mogen niet fysiek worden verwijderd; als ze niet meer geldig zijn dan wordt alleen vastgelegd dat ze niet meer geldig zijn (tenzij ze om juridische redenen vernietigd moeten worden). - De historische integriteit van Logboekgegevens is geborgd; oude data mogen niet worden niet overschreven. - Nieuwe formele overheidsregistraties die worden ontwikkeld, moeten de formele historie van datawerking vastleggen conform de standaard Logboek dataverwerking. Ook de wijzigingen in Register van Verwerkingsactiviteiten worden toevoegd als nieuwe verwerkingsactiviteiten met een eigen unieke identificator. Bestaande verwerkingsactiviteiten mogen niet wijzigen of verwijderd worden. Hierdoor blijven de oude verwijzingen uit de Logboek Dataverwerking intact. |
4.3. Aanbieders kunnen notificeren over belangrijke gebeurtenissen | - N.v.t. Standaard beschrijft geen notificatiemechanisme voor wijzigingen in de Log. |
5.1. Informatieproducten zijn herleidbaar naar de onderliggende gegevens en regels | - Door gebruikt te maken van een traceringsmechanisme en unieke identificatoren, kan er altijd worden voldaan aan de eis dat ontvangen en verzonden data aan elkaar gerelateerd kunnen worden. De bron, en daarmee de kwaliteit en betrouwbaarheid van verwerkte data, kunnen snel en eenvoudig worden opgehaald. - Wordt eventueel nader ingevuld bij de ontwikkeling van een Inzage extensie. |
6.1. Gegevens worden zo vroeg mogelijk gevalideerd | - Validatie van logdata is een taak van de Applicatie zelf, deze standaard geeft hiervoor geen handreiking. |