BRMO componenten
Via het koppelvlak wordt informatie aan de BRMO toegevoegd. Er is een service endpoint beschikbaar waar ESB's berichten kunnen afleveren. Berichten kunnen via een upload vanaf de webapplicatie worden toegevoegd. Tot slot kunnen zeer grote berichten vanaf een serverlocatie worden gevoed.
De staging database registreert alle laadprocessen met bijbehorende berichten. Allerlei huishoudelijke zaken als status, soort basisregistratie bericht en datum worden opgeslagen. BRMO-service kijkt naar deze database.
Elke basisregistratie heeft zijn eigen lader nodig. Een lader is een transformatiebestand dat xml uit een bericht omzet naar CRUD commando's voor de database. De architectuur is zodanig opgezet dat de BRMO applicatie geen weet hoeft te hebben van de details van een basisregistratie. Alle bijzonderheden worden in de lader geregeld. Het toevoegen van een nieuwe basisregistraties betekent dus in principe het toevoegen van een nieuw transformatiebestand. In de BRMO applicaties moeten nog wel enige verwijzingen worden geregeld.
Het gegevensmagazijn bevat de tabellen en views conform de RSGB. Hierin worden de basisregistraties in samenhang geladen.
De BRMO-service is een webapplicatie waar een beheerder mutatieberichten kan toevoegen en doorzetten naar de RSGB database. De status van elk proces is in te zien.
Een mapserver zorgt voor de OGC-services op de RSGB database. Hiermee komt de data als WMS en/of WFS service beschikbaar aan de buitenwereld. Dit is de basis van een service georiënteerde architectuur.
Standen en mutaties kunnen via het koppelvlak worden geladen. In sommige gevallen is het echter sneller om via een ETL proces de tabellen van de RSGB direct te vullen. Dit wordt over het algemeen alleen gedaan bij een initiële vulling. Ook willen bronhouders, zoals een gemeente voor de BAG, nog weleens direct vanuit de eigen database willen laden omdat die gegevens
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 2.0 Nederland-licentie.
